Standard (EADGBE)

 Mijn vader was al jaren, niet meer naar de kerk gegaan,

 Hij wist nauwelijks het verschil meer tussen Paus en kapellaan.

 ‘Staba Pater Dolorosa’ had hij zo lang niet gehad,

 en ‘Dies ire la Crimosa’ zong hij enkel nog in bad.

 Dus ging mijn vader fijn weer op een ochtend naar de mis

 En daar klonken nieuwe liederen, zo jeugdig en zo fris.

Rondom het altaar dansen wij blij, te gek jo Jezus leeft,

Ik hou van jou, ja net zoals Hij ook van mij gehouden heeft.

 Ja we zingen en we zingen en we springen en we zijn zo blij,

 Falderiere falderij.

 Pak de hand maar van die ander, kom erbij en zeg maar ja,

 Want je mag er zijn van Jezus, wees lief halleluja.

 Ja lief zijn voor hem en zacht zijn voor haar,

 Ook Hij was zacht echt waar,

 Dus knuffel tevreden naar elkaar, kerk zijn is een streel gebaar.

 En Hij stierf op Golgota,

 Falderiere Faldera

 Als compleet veranderd vader, kwam m’n pa de kerk weer uit,

 Thuis gekomen smeet hij het bankstel met een rotklap door de ruit,

 Hij riep naar de buurvrouw ‘Prostituee’, greep de jeneverfles,

Zocht een karatefilm op TV, wierp naar de kat een keukenmes.

 Hij vloekte zijn kinderen en moeder de rok,daar hoorden wij verweest

Kindren hoedt u,wees toch bevreesd,vader’s weer naar de kerk geweest